De Waalse regering werpt zich op als kampioen van onze boeren, want die zouden bij goedkeuring van het Mercosur-akkoord opgepeuzeld worden door Braziliaanse veebaronnen. Ze serveert ons hetzelfde protectionistisch prakje als bij het Europees-Canadees vrijhandelsverdrag CETA in 2016.
Wat weet je over ‘CETA’? Het zou een pittige vraag zijn bij De Slimste Mens. ‘Handel’, ‘Landbouw’ en ‘Waals verzet’ zouden punten hebben opgeleverd. Krap drie jaar geleden was het Comprehensive Economic and Trade Agreement tussen de EU en Canada nog brandend actueel. Eventjes stond ons land wereldwijd in de kijker omdat het als enige een handelsakkoord met Canada blokkeerde. Maar geen nood: binnenkort kan Erik Van Looy zijn kandidaten vergasten op de volgende vraag: wat weet u over ‘Mercosur’? De antwoorden zullen helaas dezelfde zijn.
Vlaanderen is een exportnatie bij uitstek. Vorig jaar braken we alweer alle records, met voor 328 miljard euro uitgevoerde Vlaamse producten. Met onze havens, innoverende bedrijven en robuuste landbouw staan we stevig op het strijdperk van de wereldhandel. Uit kracht haalt men zelfvertrouwen. Wanneer Canada haar markt opende voor Vlaamse export aarzelden we dus niet. Het Vlaamse Parlement en de Vlaamse Regering keurden CETA meteen goed, net als de toen nog Zweedse federale coalitie.
Toen brak het moment de gloire aan van Paul Magnette. De driekoppige PS-staat Wallonië, Brussel en de Franstalige Gemeenschap stelden hun veto. CETA was voor hen een duivelspact dat giftig voedsel zou toelaten en onze jobs wegsluizen. Het leek alsof we in zee gingen met Mordor in plaats van met Canada, een land dat op de welvaartsindex tien plaatsen boven België prijkt.
Magnette presenteerde zich als een linkse Asterix, wiens dorpje als enige standhield tegen een vloedgolf van harteloos kapitalisme. Het applaus van vakbonden en antiglobalisten was een leuke opsteker voor de PS in haar strijd tegen de PTB/PVDA.
Gelukkig kon het Waalse ‘non’ de Europese goedkeuring van CETA niet stoppen. Het akkoord is dus al twee jaar van kracht. En wat zien we? Magnette voorspelde de apocalyps voor onze landbouw, maar het hoefgetrappel van de Vier Ruiters blijft uit. Integendeel zelfs: met CETA gingen alleen maar méér Vlaamse voedingsproducten richting Canada. Zo verdubbelde dit jaar de export van verse groenten, vlees- en visbereidingen. De Canadezen haalden ook de helft meer van onze koekjes in huis, voor ruim 11 miljoen euro. Reken de winst in Vlaamse jobs gerust uit.
Nieuw slachtoffer
Een mens zou denken dat zelfs een PS’er zulke duidelijke cijfers niet kan negeren. Driewerf helaas: in Wallonië hebben ze al een nieuw slachtoffer op het oog. Dat heet nu Mercosur, het vrijhandelsakkoord met de vier Zuid-Amerikaanse landen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay. Het akkoord sloopt hoge tariefmuren en maakt komaf met administratieve hinderpalen met deze potentiële handelspartners. Maar ook nu presenteert de Waalse regering zich als kampioen van onze boeren, die zouden opgevreten worden door Braziliaanse veebaronnen. Een verwijzing naar het Amazonewoud als groen sausje verdoezelt dat Wallonië ons hetzelfde protectionistisch prakje serveert als bij CETA.
Je kan het minister-president Di Rupo moeilijk kwalijk nemen. Wat maakt internationale handel hem uit? Het Waalse succesverhaal spreekt immers voor zich. Door overheidsgeld te pompen in verouderde industrie werd Wallonië één van de meest gesloten economieën van Europa. Haar exportcijfers zijn om te huilen, met amper 17% van het Belgische totaal. Amper één vijfde van de Waalse werkgelegenheid komt bovendien uit de export, tegenover één derde in Vlaanderen.
De Waalse exportsector weegt dus ook politiek niet. Nu al importeert Mercosur veel Europese chemie en farmaceutica, ondanks de hoge importtaksen van 15% of meer. Als die wegvallen liggen er mooie kansen in het verschiet voor pakweg Solvay en GlaxosmithKline. In Wallonië lokken ze zulke exportgiganten graag met fiscale kortingen, maar dat ze hun producten ook verkocht moeten krijgen schijnt niet door te dringen in het Elysette. Protectionisme is dan de laatste noodgreep om het politieke falen te verdoezelen. Dus exporteert Wallonië alweer haar enige echte succesproduct: de ‘non’ die Vlaanderen al zo goed kent.
Wil de N-VA dan handel zonder grenzen? Uiteraard niet. Op voedselveiligheid of arbeidswetgeving dingen we niet af. En niemand zit te wachten op een race naar de bodem met lagelonenlanden. Maar de beste garantie op eerlijke en evenwichtige handel is en blijft een (goed) handelsakkoord.
Bij CETA werd ruim voorzien in overgangsmaatregelen en een juiste verdeling van de voor- en nadelen voor elke verdragspartner. Zo krijgt elke sector tijd om zich voor te bereiden. Dat kan ook voor Mercosur. Een actief Vlaams Parlement kan zich daarover buigen, samen met de sectororganisaties. Zonder angst aan te wakkeren of achter de luidste roepers aan te lopen.